Leven als een vrouw
De Engelse sociologe Ann Oakley (Londen 1944), ook in Nederland bekend door boeken als Op gelijke voet en Het werk van de huisvrouw, schrijft op de eerste pagina's van Leven als een vrouw: 'Vrouwen kunnen het zich nu minder dan ooit permitteren de opdracht zichzelf te leren kennen in de wind te slaan. Maar deze drang tot zelfkennis houdt meer in dan het eindeloze, egoïstische tijdverdrijf van de zogeheten geëmancipeerde vrouw. Het is een serieuze menselijke taak. Het is een protest van vrouwen tegen de ontmenselijking van de samenleving, want juist vrouwen hebben het meeste last van de kloof tussen wie ze zijn en wat men denkt dat ze zijn.
Toen ik aan het boek begon, had ik onder meer de volgende vragen in gedachten: 1. Wat maakt iemand tot een feminist? 2. Wat voor een mens is een feminist? 3. Hoe kan een feminist deel uitmaken van een maatschappij die is georganiseerd op basis van seksuele verschillen en 'het gezin'? 4. Wat is de aard van de liefde tussen mannen en vrouwen? 5. Hoe verwerken we het feit dat we niet het eeuwige leven hebben?'
Geleid door deze vragen beschrijft Ann Oakley haar jeugd, studie in Oxford, huwelijk op 20-jarige leeftijd dat nog altijd voortduurt, de geboorte van haar eerste twee kinderen en de voortzetting van haar studie. In die tijd sloot zij zich aan bij een feministische groep, begon te schrijven en wist vrouwenstudies in gang te zetten. Zij raakte nog drie keer in verwachting, wat tweemaal tot een miskraam leidde, en kreeg te horen dat zij kanker had, waarvan zij inmiddels hersteld is. Haar leven was gevuld met conflicten: tussen de zorg voor anderen en de behoefte aan zelfontplooiing, tussen geborgenheid en onafhankelijkheid, tussen haar gezin en seksuele hartstocht. Dit laatste laat zij zien in een aantal fictieve schetsen, waarin een buitenechtelijke liefdesrelatie wordt beschreven.