Er zijn nog geen producten in jouw winkelwagen geplaatst.
Product toegevoegd aan jouw offerte. Ga naar de offerte pagina om jouw offerte aan te vragen, dan nemen wij zo spoedig mogelijk contact met je op.
Haibun: de twee-eenheid van proza en haiku
Levend vanuit het besef van de wezenlijke eenheid van alle zijn en van de plaats van de mens temidden van dit zijn, is in laatste instantie ook de innerlijke eenheid van proza en poëzie, zoals geconcipieerd in de haibun niet verwonderlijk.
Haibun is een afkorting van haikai no bunshó, wat haiku-proza betekent. Dit proza kan zowel technisch als literair zijn, waar het om gaat is de daaraan ten grondslag liggende gezindheid: dat éénzelfde element alle kunstuitingen bindt. Het is dus de opdracht van de kunstenaar om die aspecten die hij beheerst, zo dicht mogelijk bij elkaar te brengen en ze wederzijds van elkaar te doordringen.
Dit verlangen naar eenheid binnen veelheid van vormen en mogelijkheden is het spanningsveld, het draagvlak van de haibun. De onderwerpen zijn, als het leven zelf, onbeperkt: alle aspecten van de natuur, van het dagelijks leven en van de zich daardoorheen wevende menselijke gevoelens kunnen onderwerp zijn. Juist wanneer de schrijver zich verdiept in de gewoonste dagelijkse dingen kan hij dichter bij 'de waarheid' komen - want 'de waarheid' dat is de grond onder je voeten, waar je dagelijks over loopt. In Japan is deze conceptie van leven en kunst al zeer, zeer oud - het schrijven van poëtische dagboeken, essays en kritieken heeft een lange traditie. Zoals echter op het gebied van de haiku sec, zo ook dat van de haibun, heeft Matsuo Bashó dit genre pas tot een uiting van de eigen innerlijke ontwikkeling gemaakt. Muntten in de eeuwen daarvoor de dagboeken (meestal over reizen) uit in subtiliteit van observatie, Bashó maakte dit medium tot een vorm van meditatie op papier, doortrokken van een diepe religiositeit (waarbij religiositeit dient te worden verstaan in de betekenis van verbonden-zijn, zich verbonden voelen met het wezen der dingen). Hij maakte het tot een genre van literair kaliber.
Zijn bekendste haibun is De smalle weg naar het hoge ' noorden. De titel alleen al duidt de van nu af tweeledige aard van de haibun aan: Bashó trok niet alleen letterlijk naar het noorden van het eiland Honshu, maar reisde ook figuurlijk naar nog onbekende wegen van zijn innerlijk. In dit reisdagboek-met-gedichten vormen beide elementen een volmaakt evenwicht, het gedicht geeft het proza in geserreerde vorm weer, het proza vormt diens aanloop of afsluiting, een omlijsting, met meer dan alleen een versierende functie. Het schrijven van haibun blijft een geliefde bezigheid in Japan, maar men is het erover eens dat De smalle weg naar het hoge noorden tegelijk een hoogtepunt en een 'streefniveau' blijft.
De inhoud van dit boek is een poging - niet opzettelijk begonnen, maar spontaan gegroeid - om vanuit een innerlijke noodzaak de natuur via haiku en proza te beleven en te verdichten. Zonder dat het de naam van volwaardige haibun opeist, wil het aangeven dat gevoelens, kunst- en levensopvattingen niet tot het Oosten beperkt blijven, omdat beide grenzen-loos zijn.
Dit natuurdagboek werd geschreven tijdens een verblijf op 'Die Clinghe', een oude villa in Bloemendaal, aan de rand van de Kennemerduinen. Het is de streek, waar in de twintiger jaren Jac. P. Thijsse woonde en werkte: veel van wat hij observeerde en beschreef is tot op heden onveranderd gebleven. Een unicum in het Randstad-gebied!