In Gebroken wil, verstorven vlees staan praktijken van versterving centraal die rond 1950 in het Nederlandse kloosterleven nog gangbaar waren. We moeten hierbij denken aan zelfgeseling, vasten, het dragen van een boeteketting en de zogeheten 'nederigheidpraktijken'. De beleving van deze praktijken en het verdwijnen ervan beschrijft Emke Bosgraaf op basis van bronnenonderzoek en interviews met Nederlandse religieuzen die versterving aan den lijve hebben meegemaakt.
Gebroken wil, verstorven vlees geeft daarmee inzicht in de geestelijke vorming van religieuzen, die volgens de officiële leer gericht moest zijn op absolute gehoorzaamheid, nederigheid en lichamelijke onthechting. Maar de mannen en vrouwen die intraden hadden vaak geen enkel idee dat dit hun te wachten stond. Uit hun persoonlijke verhalen, die ze aan Bosgraaf vertelden, komt naar voren hoe zij met deze versterving omgingen in een tijd van grote verandering binnen de kerk maar ook in de wereld daarbuiten.
De volgende extensies worden ondersteund: png, jpeg, jpg, gif, txt, csv, pdf, doc, docx, rtf, xls, xlsx, ppt, pptx, odt, ods, eps.