Kirst//Omnibus(Boekerij)

Deel I: Warschau 1942.

In Warschau wordt een Poolse prostitué vermoord, die voor de Duitsers heeft gespioneerd. Majoor Grau van de contraspionage volgt met gevaarlijke hardnekkigheid het spoor dat hij gevonden heeft. Hij vindt drie generaals die theoretisch voor deze misdaad in aanmerking zouden komen.

Maar voor het Grau lukt het beslissende bewijs te leveren, wordt hij door een handige zet van zijn tegenspeler weggepromoveerd naar Parijs.

Deel II: Parijs 1944.

De tot luitenant-kolonel bevorderde Grau volgt het spoor van de moordenaar opnieuw, geassisteerd door commisaris Prévert. Terwijl de verwarrende gebeurtenissen op de 20ste juli de stad de adem benemen, gebeurt er opnieuw een moord, die tot in details op de moord in Warschau lijkt...

Fabriek van officieren

In deze 'roman van een militaire academie' speelt de dramatische geschiedenis zich af van vrouwen en cadetten, helden en lafaards, die - achter de facade van het Pruisische drilsysteem - worden meegezogen in de maalstroom van een heksendans op een vulkaan.

Kirst toont tegen de bloedige achtergrond van de totale oorlog en het door bomaanvallen al half verwoeste land, de ondergang van de oude soldatenwereld. Hij schildert ons de gouverneur van de militaire academie, generaal-majoor Modersohn, die door zijn ondergeschikten 'de laatste Pruis' wordt genoemd: volledig opgaand in de vervulling van zijn plichten, ongenaakbaar, streng, rechtvaardig, onverbiddelijk tegenover zichzelf.

Als typische voorbeelden van de 'nieuwe' tijd: niets ontziende intriganten, corrupte officieren en verblinde partijfanatici. Naast kapitein Kater, commandant van de verzorgingscompagnie, voor wie de oorlog niet in de laatste plaats bestaat uit stromen alcohol en avonturen met gewillige meisjes, ook de eerzuchtige, maar slappe majoor Frey.

Verder de scherpe, talentvolle, maar absoluut gewetenloze cadet Hochbauer, zoon van de commandant van een opleidingscentrum voor nationaalsocialistisch kader. Maar ook de cynische en tragische, zwaargewonde kapitein Feders en het sluw loerende lid van de opperste krijgsraad Wirrmann spelen hun rol, evenals de verplicht te werk gestelde meisjes in de kazerne en de vrouwen of liefjes van de officieren en niet in de laatste plaats de cadetten, die hier tot officieren worden opgeleid: een galerij van karakters van de meest uiteenlopende aard.

Er is een moord gepleegd op deze militaire academie, die in de doofpot is gestopt, een misdaad met politieke achtergronden, die in de loop van een nauwkeurig beschreven officiersopleiding wordt opgelost door luitenant Krafft, de sympathieke held, die een steeds moeilijker en tenslotte tragische rol ten deel valt.

 

Kameraden

Kirst is in deze omvangrijke roman trouw gebleven aan het doel dat hij zich na de oorlog stelde: meedogenloos alles te geselen wat gedurende de Tweede Wereldoorlog in nazi-Duitsland gebeurde.

Met deze roman is hij echter nog een stap verder gegaan. Daarin laat hij niet alleen het oorlogsgebeuren herleven, maar trekt hij de lijn door tot in het heden, tot het Duitsland van het "Wirtschaftswunder" en het herlevende militarisme.

Zes geheel verschillende personen vormen de groep kameraden. Ze zijn goed door de oorlog heen gekomen, ze hebben weer nette posities en willen het verleden vergeten, maar het verleden, dat zij dood en begraven waanden, duikt weer op in de figuur van een soldaat, bij wiens vermeende dood ze alle zes betrokken zijn geweest...