De Tweede Wereldoorlog heeft het leven van velen blijvend beïnvloed, vaak met desastreuze gevolgen voor hun lichamelijk of geestelijk welzijn. De houding van de samenleving t.o.v. oorlogsslachtoffers is altijd ambivalent geweest. Alle eerbetoon en wettelijke regelingen om de materiële noden van de slachtoffers te lenigen ten spijt, sluimerde er steeds irritatie als men geconfronteerd werd met het oorlogsverleden. Dat blijkt opnieuw uit de (voorlopige) plannen van de regering, de wetgeving op dit punt `te vereenvoudigen'. Deze bundel gaat hierop in.
A.J. VAN DER LEEUW, voorzitter van de Uitkeringsraad, geeft een historisch en kwantificerend overzicht van de bestaande regelingen. PROF. B. S. POLAK, lid van de Commissie Van Dijke, laat zien dat de regering in feite van plan is, de huidige wetten te sluiten. Nieuwe aanvragers van een uitkering zullen praktisch allemaal afgewezen worden.
De regering meent echter dat de oorlog inmiddels zo lang geleden is dat niemand alsnog last zou kunnen krijgen van de herinneringen daaraan. E A. BEGEMANN, onderzoeksmedewerker van het ICODO, weerlegt die stelling vanuit de kennis die over oorlogstrauma's beschikbaar is. A. ENGELSMAN, psychiater/psychotherapeut, analyseert de misvattingen in de psychiatrie waar de regering haar standpunt op baseert.
De huidige wetgeving, voor veel oorlogsslachtoffers zowel materieel als psychologisch een onmisbaar houvast, dient in de woorden van DR. L. DE JONG gezien te worden als een onaantastbaar gegeven.
`Als een simpele plicht die op onze gemeenschap rust'
De volgende extensies worden ondersteund: png, jpeg, jpg, gif, txt, csv, pdf, doc, docx, rtf, xls, xlsx, ppt, pptx, odt, ods, eps.