W.F.Klein & M.Kopuit // De joden in nederland (Van Gorcum )

 De joden in nederland

 

een beeld van hun leven na 1945

Evenals het joodse volk, intrigeert, obsedeert en fascineert de staat Israël zeer velen. Israël is de ster geworden van het joodse leven. Zij verspreidt het licht in velerlei richtingen. De joodse gemeenschappen in de wereld bewegen zich er als planeten om heen. Een van die planeten, met vijfentwintigduizend joden toch nog de vierentwintigste plaats innemend op de ranglijst van 43 joodse gemeenschappen die meer dan vijfduizend zielen tellen, is Nederland. Ondanks ook in Nederland bestaand anti-semitisme, ondanks voorkomende discriminatie hadden de joden hier al vroeg een vrijheid die vrijwel nergens ter wereld werd geëvenaard. Het aantal joden steeg sedert hun eerste vestiging in Nederland omstreeks 1600 tot ruim 140.000 zielen in 1940. In 1945 was hun aantal geslonken tot ongeveer 27.500 zielen. Zij vormden een getraumatiseerde gemeenschap.
Er zijn thans 25 jaar verstreken sinds de eerste joden werden bevrijd, in zuidelijk Nederland. Wat is er in de naoorlogse jaren van de roemrijke joodse gemeenschap geworden? Heeft zij zich hersteld van haar wonden? Heeft zij weer een bestaan als voorheen? Werken opnieuw haar instellingen en instituten? Maar bovenal, wat gaat er in haar om in religieus en in zionistisch opzicht? Waar leven de joden in Nederland voor, waar streven zij naar? Wat zien zij als hun toekomst, wat is hun verwachting? Hoe zet de rest die terugkeerde, het leven voort? Dit boek is een poging daar een inzicht in te geven.
Twee journalisten hebben daartoe interviews afgenomen aan joodse leiders, rabbijnen zowel als bestuurders, die de geestelijke stromingen vertegenwoordigen binnen het jodendom in Nederland. Ook een socioloog, die een studie heeft gemaakt van wat leeft onder de joden van Amsterdam, komt aan het woord, alsmede een jong, joods echtpaar, symbool van het joodse leven. De antwoorden kunnen worden getoetst aan een uitvoerig hoofdstuk met getallen en feiten over de joden in Nederland.
Een der journalisten, M. Kopuit, heeft de vragen gesteld „van binnen uit", verbonden als hij is aan een aantal joodse bladen in Nederland en daarbuiten en medewerker voor joodse zaken aan een aantal Nederlandse dag- en weekbladen. De andere, W. F. Klein, lid van de redactie van een onzer meest vooraanstaande weekbladen, stelde zijn vragen „van buiten af", komend uit de christelijke gedachtenwereld. Hij benadert de geïnterviewden zoals de meeste Nederlanders de joden in dit land bezien.
De joodse gemeenschap van ná 1945 heeft met dit boek een unieke doorlichting gekregen.