Ergo cogito i
VIVO ERGO COGITO, ik denk omdat ik leef – dat behoort het uitgangspunt te zijn van alle filosofie. De 10 jonge Nederlandse filosofen die in deze bundel worden gepresenteerd, lijken zich de woorden van Nietzsche te hebben aangetrokken. Ze staan in de wereld, zijn betrokken en bedrijven de filosofie als commentaar op het leven. De essays zijn divers en actueel, de auteurs mengen zich in de openbare discussies over gezondheid en moraal, wetenschap en cultuur. Niet naar binnen gekeerd, geen navelstaren, geen filopsychologie of 'filosofologie': het is filosofie in debat met de geest van deze tijd.
Deze filosofie leeft – ondanks het feit dat zich in Nederland nauwelijks een eigen filosofische traditie heeft kunnen ontwikkelen. De auteurs in deze bundel behoren allen tot de eerste generatie filosofen, de eerste sinds, in het begin van de jaren zestig, filosofie als onafhankelijk en zelfstandig vak op de Nederlandse universiteiten werd ingevoerd.
Het filosofisch agentschap Ithaka heeft tussen 1987 en 1992 vijfmaal een landelijke lezingencyclus van 10 filosofische talenten georganiseerd. Deze bundel bevat de neerslag van de eerste tien voordrachten en vormt deel I van een serie van vijf. Bij de voltooiing van deze reeks is een overzichtelijk en representatief beeld ontstaan van de jonge en nieuwe filosofie in Nederland.
Dit is deel I (1988) in de serie Ergo Cogito.
Met bijdragen van: Bernard Delfgaauw (Inleiding), Eric Bolle (Mythe en gemeenschap), René Boomkens (Buitenstaanders, buitenwijken), Frans Geraedts (Het James Dean-syndroom), Angela Grooten (De melancholie van de moderne metafysica), Chunglin Kwa (De retorische structuur van wetenschap), Annemarie Mol (Het geval gezondheidszorg), Henk Oosterling (De ontzetting van het subject), Pieter Pekelharing (Van rechter naar tolk), Cyril Vink (Morele positiviteit in het denken van Nietzsche), Dirk van Weelden (De stijl van de beschrijving).