Een helder hart
Reeds als kind had ik moeilijkheden met mijn hoofd.
De lagere school was een en al ellende. Mijn dikke neus, mijn rossig haar, mijn sproeten, mijn priemende blik. Altijd was er een reden voor een reeks scheldkanonnades. "Sproetenbak, varkensjong, poll de carotte, strooien dak, rosten duvel, hoerenjong."'
Guido Lauwaert is het enfant terrible van de Vlaamse letteren. Opstandig columnist en pamflettist, bedenker van de Nacht van de Poëzie (waar in ieder geval de dichters betaald werden), en soloacteur in Reis naar het einde van de nacht naar Céline en lijmen naar Elsschot. In Een helder hart beschrijft hij zijn schavuitenstreken, maar
ISBN 90-388-4545-6
tegelijkertijd toont hij zijn tedere kant: zijn jeugdjaren in Mechelen, de liefde voor een vader die een zwart verleden kreeg aangemeten, de Brusselse tantes en een opa die met een kruiwagen bagger door de salon reed.
Guido Lauwaert (1945) publiceerde eerder gedichten, toneelstukken, kritieken (Opstijgend grondvocht), verhalen (Portretten van een gestoorde natuur) en de novelle Avenue Claus.
Hij geeft toneelles in Oostende, en schrijft stukken voor HET PAROOL en VPRO-RADIO.