beschouwingen over het onvermogen in de geneeskunde
Dit boek gaat over wat geneeskunde niet vermag als lapmiddel voor de ongeneeslijke aandoening die leven heet. Het beschrijft de betrekkelijkheid van wat wel en niet genezen kan worden, veelal in samenhang met het verleden dat wij halfvergeten met ons meetorsen. In dat onlosmakelijke verleden is ook het beeld gevormd van wat wij naar lijf en ziel zijn en wat de bestemming van beide is. Er is in ons denken daarover, gelijk met het verlies van geloof, een breuk ontstaan waardoor wij van de kroon der schepping tot een biologisch toevalsprodukt in een koud heelal zijn geworden. Dat heeft ook een wezenlijk andere kijk meegebracht op ons lichaam, door Franciscus van Assisi als Broeder Ezel betiteld, waardoor wij van dit transportmiddel van wieg tot graf andere, aardse verwachtingen koesteren, juist wanneer het ziek of gebrekkig is of de ziel zich daarin onbehaaglijk voelt. Wie schrijft, schrijft van zich af. Deze bundel opstellen geeft de voorkeur, ervaring en mening van een arts, opgedaan in een alledaags bestaan op de raakvlakken van ziekte, dood en gezondheid. Hoewel een vloeiende stijl doorgaans geen kenmerk is van de medische professie, is hier een geslaagde poging gedaan deze zaken leesbaar te beschrijven, ook voor hen die in dat beroep neerbuigend `leken' genoemd worden en die wellicht de volgende patiënten zijn.
De auteur, A. J. Dunning, geboren in 1930, is als hartspecialist verbonden aan het Academisch Ziekenhuis en als hoogleraar aan de medische faculteit van de Universiteit van Amsterdam.
De volgende extensies worden ondersteund: png, jpeg, jpg, gif, txt, csv, pdf, doc, docx, rtf, xls, xlsx, ppt, pptx, odt, ods, eps.