'Passies, geliefden en voorliefdes kies je niet, die springen als kleine kinderen op je rug en met hun wippende kuiten in jouw flanken nemen ze jou mee in plaats van jij hen.'
Hoe houd ik mijn passie uit? Dat vroeg de filosofe Ann Meskens zich af en ze schreef e.en boek over haar levenslange voorliefde voor de films van Jacques Tati (1907-1982). Ze keek telkens opnieuw naar klassiekers als Les Vacances de M. Hulot, sleepte haar vriend mee op bedevaart om zelf een Hulot-vakantie te houden en kocht zich arm aan boeken - het obsessieve gedrag van een liefhebber. Intussen begon de ernstige filosofe in haar zich vragen te stellen over de vrolijke Tati-fan die ook in haar huisde: Wat zoekt zij toch? De waarheid? Het geluk?
'Het gaat me bij Tati om het lichtvoetige en het plezier - omdat je anders de ernst niet uithoudt. Het gaat me om het eeuwige en vrolijke gelanterfant - omdat je zonder dat het twintigste-eeuwse arbeidsethos niet overleeft.
En het gaat me bovenal om de aandacht voor de enkeling - omdat je anders niet meer opduikt uit de massa.'