David
David is een jongen van zeventien, knap, gezond, sportief en intelligent, tót hij in 1972 op een regenachtige dag een ongeluk krijgt en in het ziekenhuis wordt opgenomen - diep in coma en met ernstig hersenletsel. Vierenvijftig dagen ligt hij op'Intensive Care' en al die tijd hangt zijn leven aan een zijden draad. Zelfs wanneer hij uit zijn coma begint te komen, is de prognose somber. Hij kan zich niet bewegen, niet horen, niet praten, niet zien. Alle uiterlijke tekenen wijzen erop dat David voortaan een vegeterend bestaan zal moeten leiden. Maar drieëneenhalf jaar na het ongeluk heeft David zijn eindexamen gehaald en loopt hij met behulp van beensteunen. Zijn verstandelijke vermogens zijn volledig hersteld en onverschrokken blijft hij weigeren om het op te geven.
De moeder van David, Dorothy Landwater vertelt in dit boek het verhaal van Davids gevecht om herstel, van zijn terugkeer tot liet leven. Ze beschrijft nauwkeurig en ontroerend hoe haar zoon en zijzelf moedig en hardnekkig blijven volhouden in hun strijd tegen de wanhoop. Iedere fase in deze worsteling, van het knipperen van zijn ogen, waardoor hij zonder zijn stem te gebruiken kan communiceren, tot het uitspreken van zijn eerste woord,'thuis', is een grote overwinning.
Dit boek geeft niet alleen verslag van een moedige volharding, maar ook het verhaal van menselijke solidariteit en medeleven. Bovendien is Davids gevecht op leven en dood het gevecht van iedere ernstige zieke. Allen die met hart en verstand betrokken zijn bij een strijd om terugkeer tot het leven, zullen in dit boek herkenning en kracht vinden. Hopelijk de patiënt zelf in een later stadium ook.