Speer, Hitlers Faust
Dit boek beschrijft de vier maanden april-augustus 1944, die zowel voor het Derde Rijk als voor Speer een beslissende periode zijn geweest.
Deze psychologische roman beziet de gebeurtenissen in die lente en zomer van 1944 door de ogen van Speer, terwijl hij werd heen en weer geslingerd tussen afstoting en aantrekking van zijn Mefisto. Faction, feit en fictie, wordt afgewisseld door non-fictie hoofdstukken, die Speers beleving van de gebeurtenissen en zijn innerlijk conflict in hun historische context plaatsen.
Het materiaal voor het boek is ontleend aan literatuurstudie, aan onderzoek op de plaatsen waar de gebeurtenissen zich hebben afgespeeld en aan een aantal interviews. Gesprekken zijn gevoerd met de oudste zoon van Speer, zijn naamgenoot Albert, met enkelen die iets konden vertellen over het leven op de Obersalzberg, te weten Bormanns dochter Irmgard, Goerings adjudant H. Hegler en de hoofdonderwijzer van Berchtesgaden tijdens de oorlog Ulrich Ziegltrum en met hen die licht konden werpen op de episode dat Speer op kasteel Goyen in Merano verbleef: de toezichthoudster op het kasteel in die tijd Nettie van Gendt, de zoon van de toenmalige pachtboer Immerhofen en de huidige bewoner van het kasteel Ludwig van Heek. De fysicus H. Casimir heeft informatie gegeven over de stand van zaken van de Duitse kernfysica en over de Duitse kernfysici, waarmee en met wie Speer te maken kreeg toen hij als minister van Bewapening verantwoordelijk werd voor het Duitse kernonderzoek.
Dit boek is een bewerking van Speer – Hitlers Faust uit 1997. Sedertdien verschenen literatuur is verwerkt over Speer, over Hitler en over het Derde Rijk; ook is rekenschap gegeven van het ontluisterend portret dat van Speer is getekend in de vierdelige filmserie van de Duitse cineasten Breloer en Königstein, Speer und Er, die in mei 2005 door ard is uitgezonden.