Wie zit er op Einsteins stoel?
Over genieën en zonderlingen in een ivoren toren
'Als er ooit een meeslepend populair boek over de wetenschap is geschreven, dan is dit het.' NRC Handelsblad
In 1933 werd door rijke filantropen het Institute for Advanced Study in Princeton opgericht. Het werd dé plek waar de genieën van deze eeuw die vorm zouden geven aan de moderne bètawetenschappen, in alle rust hun ideeën konden uitwerken. Einstein was er de eerste hoogleraar en hij werd gevolgd door een reeks van grote geesten als de wiskundige Gödel, de computergeleerde Von Neumann en de bedenker van de fractalen Mandelbrot. In totaal werkten er veertien Nobelprijswinnaars.
Regis' geschiedenis van het instituut - waar de bewoners geen enkele plicht, maar uitsluitend rechten hadden - levert in de eerste plaats een subliem overzicht van de huidige stand van het natuurwetenschappelijk onderzoek. Tegelijkertijd geeft zij een beeld van het leven van enkele mensen, die in hun ivoren toren zowel hun genialiteit als hun excentriciteit konden ontwikkelen. Zo volgen we Gödel in zijn paranoia, zitten we op de wekelijkse feestjes bij 'good time ,Johnny' Von Neumann, en horen we op de spectaculaire ruimtevaartplannen van Freeman Dyson de uitroep `Zis is pot nuts, zis is superputs'.
`Ik kan dit buitengewone boek niet genoeg aanprijzen. Regis blijkt met zijn werk plotseling te horen tot de hoogste klasse van auteurs over natuurwetenschappen.'
Martin Gardner
`Een levendig en fascinerend beeld van het leven in de meest ivoren van de ivoren torens.'
Douglas R. Hofstadter