Eens in een brandend huis
Ik stelde me voor hoe het zou zijn om te wonen tussen oma's behang, een patroon van oranje en gele kubussen. Het ene moment leken ze uit de muur te komen en het andere erin weg te zinken. Ik vroeg een keer: 'Gaan ze nou naar binnen of naar buiten, oma, die doosjes op de muur?'
'Dat hangt van je perspectief af,' zei ze.
'Wat is dat?'
Oma gaf een kneepje in mijn hand. 'Dat is hoe je tegen de dingen wilt aankijken.'
Toen Andrea Ashworth vijf jaar oud was, verdronk haar vader. Haar zusje was drie, haar moeder vijfentwintig.
Ze woonden in het hart van Manchester, waar armoe troef was en een glimlach de regel. Na verloop van tijd verscheen er een nieuwe vader en een nieuw zusje. Het huis werd gevuld met een nieuwe geur, laan vlees en uien. En van angst.
Terwijl Andrea opgroeide ontdekte ze een ander leven, buiten de muren van het rijtjeshuis. Een gelukkiger wereld, verborgen in schilderijen en muziek, maar vooral in boeken.
EENS IN EEN BRANDEND HUIS geeft een moedig, soms bijtend humoristisch beeld van een opgroeiend meisje, van het noorden van Engeland en van de jaren zeventig. Het is een ontroerend, prachtig geschreven verslag van de eigenzinnige wijze waarop een kind besloot tegen de wereld aan te kijken.