Nog druipend onder de douche vandaan komend, ontving Jess Ford zijn eerste client van die dag. Of liever gezegd.... het was een cliente.... en wat voor een! De erfgename van de Wellesley-miljoenen maakte zich bezorgd.... haar moeder was spoorloos verdwenen. Een reden tot bezorgdheid, want die moeder was niemand minder dan June Talbot, een vrouw met een bijzondere reputatie waar het mannen betrof. Mannen en geld....
Zij was het die het enorme fortuin beheerde ten behoeve van haar dochter en zij zou het op Georgia's eenentwintigste verjaardag moeten overdragen.
De vraag was alleen of er dan nog een dollarcent van over zou zijn.
Het onderzoek naar de verdwenen vrouw leidt Jess naar New Orleans, de luchtig levende, Frans aandoende stad in het Zuiden, waar de jazz-muziek geboren werd. Maar van het luchtige leven merkte Jess niet zo heel veel, wel van een grote activiteit van lieden, die het niet prettig vonden dat hij zich met hun zaken ging bemoeien en hem dat op hardhandige wijze lieten merken.
Totdat in een goedkoop en slecht bekend staand hotelletje, dat dienst deed als toevluchtshaven voor tijdelijke geliefden, het lijk werd gevonden van een luitenant.... een jonge man nog.... bijna een kind.... pas afgestudeerd aan de militaire akademie in West Point.... en de kamer zag eruit alsof er een orgie had plaats gevonden.
De moordenaar was spoorloos verdwenen.... maar toen de bediende aan de balie van het hotel ook nog het slachtoffer werd van een mysterieus auto-ongeluk.... was wat dat betreft de boot aan.
De boot die Jess Ford drie mijlen in zee naar zijn voortijdig einde zou moeten brengen...