Wie het gevaar zoekt, die komt het tegen, zegt een spreekwoord Jimmy Farley, top-agent-van de Federale Opsporingsdienst zoekt het gevaar waar het te vinden is, maar hij zoekt het geenszins uit vrije wil.
Hij is toegevoegd aan de politiemacht van New York, om haar bij te staan bij de jacht op een bende schurken, die zich bezighoud met illegale activiteiten, zoals wapensmookkelarij, handel in verdovende middelen en meisjeshandel.
Een kleine afdeling van de organisatie - waaronder zich niet de leiders bevinden - wordt tot overgave gedwongen bij een beleg dat de politie slaat om een oud pakhuis in Brooklyn. Maar voor zij zich overgeven, wordt een van hen uit een raam op de zesde verdieping naar buiten gegooid en valt op het plaveisel te pletter Op zijn lijk wordt een merkwaardige vondst gedaan.... een viertal bladzijden uit een zeer oud boek, afkomstig uit een periode dat de boekdrukkunst nog amper was uitgevonden. Deze bladzijden vormen de sleutel tot het geheim en tevens de aanleiding tot een duivelse intrige, die uiteindelijk wordt opgelost met een taaie doorzettingskracht, ondanks tegenslagen en menselijke fouten.
Tot het ogenblik dat de schuldigen op een gruwelijke manier hun straf krijgen, op een wijze die noch zij.... maar noch ook de lezer, heeft kunnen voorzien.
Ditmaal ontmoet Jimmy Farley geen glamour-vrouwen op zijn weg maar een eenvoudige telefoniste en een straatmadelief kunnen ook toe bijdragen om bhet licht ontvlambare hart van de populaire G-man in lichterlaaie te zetten.