Barnep Glines, eigenaar van het particuliere detectivebureau Glines in Manhattan, is spoorloos verdwenen. Zijn beste vriend en medewerker Timothy Dane stelt op verzoek van Glines secretaresse een onderzoek in en stuit bij kennisneming van de inhoud van Glines particuliere dossiers op vreemde dingen, onder andere op een dreigbrief met een allerlaatste waarschuwing aan het adres van een zekere George R. Brown in San Francisco. Het wordt nog onaangenamer als een woedende substituut-Officier van Justitie Timothy Dane een brief voorhoudt, geschreven en ondertekend door Barney Glines, met een ultimatum aan het adres van de president-directeur van een bank; een brief, die door de substituut-Officier als chantage wordt beschouwd; een poging tot afpersing, waarvoor hij Timothy Dane als partner van het detectivebureau mede verantwoordelijk stelt. Timothy Dane komt er hoe langer hoe dieper in te zitten. Het wordt er niet beter op als er een meisje vermoord blijkt te zijn. Hij komt ook in contact met een wellustige filmactrice en ontsnapt zelf ternauwernood aan de dood, om dan op de centrale figuur van een gangsterbende te stuiten: een man, die in zijn activiteiten de lucratieve bezigheden combineert van moordenaar, afperser, handelaar in blanke slavinnen en als sluitstuk handelaar in verdovende middelen.