Waarom zou, na twintig jaar, de stervende mevrouw Galton plotseling beginnen te proberen om haar lang verloren (en inderdaad verloren) zoon terug te vinden? Waarom zou - juist op diezelfde dag ,-- een rasmoordenaar Peter Culligan, de vreemde huisknecht van de advocaat van de oude dame, overhoop steken? Dit waren de twee vragen, die Lew Archer, particulier detective, zich stelde; gevaarlijke vragen die hem leidden naar de ontdekking van een geraamte zonder hoofd en een jongeman, die aanspraak maakte op het Galton fortuin, Die beide vragen lieten Archer van het ene eind van Amerika naar het andere vliegen, brachten hem in aanraking met mensen, die nog onder de wetteloosheid van de twintiger jaren leefden en met de beruchte Lempi gang. Die vragen kleefden zich aan hem vast: is de aanspraak van de jongeman zuiver of is hij alleen maar een briljant acteur, die om een hoge inzet speelt? Wat was er gebeurd met de fabelachtige Galton robijnen, die tegelijk met de uitgeknepen zoon verdwenen? Wat wist de vermoorde huisknecht van dit alles? Zoekend naar de antwoorden hierop, met zijn karakteristieke voorzichtigheid ten aanzien van datgene, wat voor de hand lag, leidde Lew Archer's volharding zijn onderzoekingen naar een boeiende en briljant uitgewerkte climax.