LAAT DAT LIJK GAAN...!!
Een reus van een kerel, ongeveer vijftig jaar oud. Ruim een meter negentig, met een walgelijk vet lichaam, een hangbuik en ledematen, die volkomen bij die buik pasten. Ogen, die bijna helemaal schuil gingen in vetkwabben. Ogen ook, die nu eens heel onnozel keken, dan weer erg sluw en berekenend; ook vaak gemeen en wulps. Een klein met lak bewerkt snorretje versierde de bovenlip en zijn reusachtige, vette handen die aan bleke spinnen deden denken, waren bijna altijd in beweging. Dat was Rollo, zoals iedereen hem noemde. Wat Rollo nu wel precies uitvoerde, wist niemand. Nou ja, hij was officieel de eigenaar-manager van de Gilded Lily Club, maar men verdacht hem ervan, dat hij een vinger had in elke dubieuze pap die men maar bedenken kon. Sommigen beweerden, dat Rollo de „huizen van plezier" van Shepherd Market controleerde; anderen beweerden, dat hij in gestolen auto's handelde, in het algemeen een van de grootste helers van het land was. Weer anderen fluisterden over handel in verdovende middelen en dan waren er ook, die met een knipoogje het woord „moord in de mond namen. Niemand wist het echter met zekerheid.
Dit stond echter wel vast: Rollo was erg eerzuchtig. En alles scheen voor hem gesmeerd te gaan totdat een gestoorde miljonair een spaak in het wiel stak, tien duizend pond op tafel legde en zei: „Laat dat lijk gaan....»
De situatie ontwikkelde zich toen in een razendsnel tempo en Rollo dacht reeds, dat hij nu de vette vleespotten had bereikt. Wat hij evenwel niet wist, was dat talrijke anderen een val voor hem opzetten.
Een heel echte, realistische dodenval
uitgeversmij.De Combinatie Rotterdam
real-reeks no.227