Sergeant Chisholm van het Amerikaanse leger, in de laatste fase van wereldoorlog II in Italië gedeserteerd, woont al zes jaar clandestien, zonder paspoort, in Milaan waar hij - van huis uit architect in New York werkt aan een boek over de Italiaanse kathedralen en in zijn levensonderhoud voorziet door te werken als niet-officiële gids in de Dom van Milaan, waar hij in contact komt met Signora Laura Fancini, een Amerikaans meisje, tijdens de oorlog secretaresse van een der Amerikaanse onderministers van Buitenlandse Zaken, met wie ze naar Italië is gegaan in verband met de instelling van de inter-geallieerde controlecommissie.
Bruno Fancini is een schatrijke Italiaan van een der beste families, weduwnaar, vader van een dochter van negentien jaar die in Engeland haar opvoeding voltooit. Omdat hij schatrijk is en blijkbaar veel van Laura houdt en omdat Laura het werken op een kantoor meer dan beu is, trouwde ze met hem. Een jaar later krijgt Bruno een auto-ongeluk. Hij is volledig verlamd,, hij kan zelfs niet meer praten.
De ontmoeting in de Duomo leidt al heel gauw tot een intieme relatie. De argeloze - of is "ijdele" hier het juiste woord? - deserteur komt alras tot de conclusie, dat er van liefde van Laura's kant geen sprake is. Waarom heeft ze dan zich als het ware aan hem aangeboden? Omdat zij een vrouw is van de soort: "Ik moet een man hebben, wie dan ook, als het maar een man is?" Of heeft ze daar een ander motief voor gehad? Moord bijvoorbeeld? Het laten plegen van een moord.... door hem?