De Maffia en het Cubaanse syndicaat, dat zijn hoofdkwartier in Florida had, wilden allebei dat Lou Largo de stad zou vérlaten en het kon geen van beide groepen iets schelen of Largo dat als levende of als dode zou doen. Maar drie vrouwen wilden hebben dat hij bleef: Anna, niet bepaald intelligent, maar des te wel sprekender als zij zich in de taal van de liefde uitdrukte; Rox aanhalig en hartstochtelijk, die zo van lieve woordjes hield, maar ook op bruutheid gesteld was; en Merrie met haar weelderig figuur, die slechts leefde voor pretjes en fuifjes. Alle drie hadden zij Largo nodig, maar.... ze hadden hem nodig als levende man.
Lou Largo moest zijn beslissing nemen: zou hij blijven, het risico lopen vermoord te worden? Of zou hij weggaan en die drie hunkérende wijfjes achterlaten en daardoor een honorarium vijfduizend dollar per dag mislopen?