Parijs in de lente.... Wie denkt dan aan iets anders dan vrolijkheid en luchthartigheid? Dan aan rozen, champagne, mooie vrouwen en liefde?
Voor Chester Drum, de particuliere detective in Washington die daar Genève was gereisd, om daar een Europees filiaal van zijn detectivebureau te organiseren, werd het echter een nachtmerrie van mysterie, geweld en lijken.
Hij kreeg in Genève een brief met een dringend beroep op zijn hulp van zijn oude vriend Jack Morley, die hij tijdens hun gemeenschappelijke opleiding voor het F.B.I. had leren kennen Jack Morley, eens onderhoofd van de afdeling protocol van het departement van Buitenlandse Zaken, nu een weinig aan lager wal geraakt en werkzaam als opsporingsambtenaar bij de afdeling registratie van graven van het Amerikaanse leger met standplaats Parijs, zat in nood. Een Amerikaans Congreslid, senator Clay Bundy, beschuldigde Morley er namelijk van dat deze chantage op hem pleegde. Morley ontkende dit vierkant en met klem, maar hij wilde Chester Drum verder generlei inlichtingen geven.. Hij kon dat niet, zei hij. Hij achtte zich moreel gebonden te zwijgen. Zo moest Chester Drum dit moeilijke onderzoek beginnen met in feite enkel een houvast: dat de sleutel van dit mysterie ergens in een klein Frans Alpendorpje lag, Col de Larche, waar in 1944 de zoon van de senator in zijn mustang-jager was neergehaald en gesneuveld.