wanneer in een paar weken tijd zes bekoorlijke, jonge vrouwen brutaal worden aangerand en vermoord, geraken alle vrouwen van Chicago in paniek.
De man die verantwoordelijk was voor deze moorden was waarschijnlijk een maniakale psychopaat. Maar was er ergens niet een oppervlakkig, bijna niet te herkennen , patroon in deze ogenschijnlijk ongemotiveerde misdaden, zodat er een schuldige kon worden aangewezen?
De misdaadverslaggever van Amerika's grootste dagblad, The Chronicle, Danny Carter, neemt in overleg met zijn hoofdredacteur de taak op zich, naar de achtergronden van deze moorden te gaan zoeken, teneinde de vrouwen van Windy City weer gerust te kunnen stellen.
Al heel gauw ontdekt Danny drie belangrijke dingen: - de moordenaar haat typistes, blonde typistes; de slachtoffers werkten allemaal in de een of andere overheidsdienst en allemaal hadden ze ongeveer dezelfde, lichamelijke afmetingen.
De zaak gaat echter pas goed rollen door een brief die de redactie van de Chronicle ontvangt en die Danny op het goede spoor zet. Het is een lange weg vanaf het begin der misdaden, een weg die achttien jaar geleden begonnen is. Al de recente moorden vonden hun oorsprong in de tijd dat Gilde Hessle het noodlot ontmoette in bezet Berlijn.
De nasporingen van Danny brengen de verdenking op drie mannen met een officiële functie - drie mannen die destijds hadden meegewerkt aan de ontsnapping naar Amerika van een van Himmler's nazibeulen.
Het was dit feit, dat een plotseling licht werpt op de serie moorden. Voordien echter was deze nazi-oorlogsmisdadiger nooit ontmaskerd.