Er zijn nog geen producten in jouw winkelwagen geplaatst.
Product toegevoegd aan jouw offerte. Ga naar de offerte pagina om jouw offerte aan te vragen, dan nemen wij zo spoedig mogelijk contact met je op.
De Agnes-omnibus is inmiddels een jaarlijkse traditie. Dit is alweer de laatste en bevat Agnes, Agnes, Ciao Agnes en Niet doen Agnes.
Agnes, Agnes
'Agnes, trouw met me. Wees officieel mijn vrouw. ik kan niet meer zonder je.' 'Blijf nou maar gewoon bij me. Dat is toch genoeg? Trouwen. Arthur, dat is zo'n gedoe,' Al leek het leven van Agnes, met Arthur aan haar zijde, aanvankelijk een beetje te braaf en verstandig geworden, al heel snel zijn we weer terug bij 'Scènes uit een slordig leven.'
Ciao Agnes
Agnes wilde wel eens weten of Giovanni getrouwd was, maar op de een of andere manier durfde ze het hem niet te vragen. Wat "in" het haar trouwens aan? 'Nog een glaasje?" 'Siiii,'zei hij en hield zijn glas bij. Ze klonk hem toe. 'Proost, Calabrees.' Hij glimlachte breed. 'Salute, Olandesa.' Daar begon het blozen weer. De fles raakte leeg en Agnes ging een nieuwe halen. Ze was nu in een prettig onverschillige stemming. Niets aan de hand. Ik drink gezellig een glaasje wijn met een autochtoon. Leve Italië. Giovanni was steeds dichterbij geschoven. Het begon te schemeren, wat hun samenzijn opeens iets zeldzaams intiems gaf. Ze was ook helemaal niet zo erg verbaasd toen hij zich over haar heen boog. Hij had aangenaam droge lippen.
Gered door de bel. De bel van de telefoon, ditmaal. Het was Arthur. 'Hoe gaat het?' 'Goed. Giovanni. de timmerman. is hier. Alles komt in orde. Hij begint over veertien dagen.' 'Moetje daar dan niet bij zijn? Blijf dan langer." 'Nee.' zei Agnes, 'nee. Arthur.' Het klonk angstig.
Niet doen Agnes
Ze rekenden af en liepen met z'n drieen naar het Sarphatipark.
Arthur had thuis een boek dat Fuut beslist moest zien.
Agnes liep in het midden, de beide mannen hadden haar een arm gegeven.
Arthur opende de huisdeur en ging voor naar boven.
'Ik moet het even zoeken,' zei hij, toen ze in de huiskamer beland
waren,' ga zitten. Maak het je gemakelijk. Agnes, zet jij nog een kop koffie?'
Arthus verdween naar z'n werkkamer.
Agnes liep naar de keuken om gehoorzaam koffie te zetten.
Nog steeds met een versnelde hartslag.
Er is niets aan de hand, zei ze tegen zichzelf.
Toen ze terug liep om in de kamer te wachten tot de koffie was doorgelopen,
zodat hun gast daar niet zo alleen zat, botste ze tegen hem op.
'Agnes,' zei hij zachtjes. Hij trok haar achter de kapstok en zoende haar
gulzig op de mond.
Het erge was: het liet haar niet onberoerd.
Ze huiverde onder zijn aanraking. En zoende terug.
Pas na een paar seconden kwam ze bij zinnen.
Niet doen, Agnes, dacht ze, niet doen.