Er zijn nog geen producten in jouw winkelwagen geplaatst.
Product toegevoegd aan jouw offerte. Ga naar de offerte pagina om jouw offerte aan te vragen, dan nemen wij zo spoedig mogelijk contact met je op.
Het lijkt wel of tegenwoordig bijna iedereen bij een hulpverlener loopt. Blijkbaar zijn er veel mensen die het moeilijk hebben, zo moeilijk dat ze er niet meer uitkomen. 'Als je zelf niet meer uit je problemen kunt komen,' zegt de schrijver, 'is het heel verstandig om hulp te gaan vragen. Als je met iemand anders over je problemen praat, kan dat veel helpen. Je moet natuurlijk niet verwachten datje daardoor in korte tijd een totaal ander mens zult worden. Maar zo'n hulpverlener kan wel vragen stellen waar je zelf niet aan gedacht had. Soms kom je samen met hem op een idee waar je in je eentje niet opgekomen zou zijn. Een hulpverlener kan dingen die jij altijd vanzelfsprekend vond, ter discussie stel len - zodat je de zaken eens van een andere kant gaat bekijken.
Praten met een hulpverlener is, als het goed gaat, samen nadenken over jouw problemen. Dan heb je kans dat je het allemaal beter gaat snappen. En daardoor leert ermee te leven. Of dat je misschien zelf weggetjes vindt om uit de moeilijkheden te komen:
Maar met hulpverleners moet je ook oppassen. Het zijn ook maar mensen. Ze maken ook wel eens fouten. Al hebben ze nog zoveel titels voor hun naam, of werken ze in een huis met een marmeren gang. Als je naar een hulpverlener gaat, kan het ook gebeuren dat je van de wal in de sloot komt. De meeste hulpverleners willen natuurlijk hun cliënten zo goed mogelijk helpen.
Als je uit vrije wil naar een hulpverlener gestapt bent, word je ook nergens toe gedwongen. Dan beslis je zelf of je zijn advies opvolgt, of ingaat op een aanbod dat hij doet. Maar dat betekent ook dat je hem nooit de schuld kan geven als je nog dieper in de puree komt. Het beste is natuurlijk, als je kunt voorkomen dat je het slachtoffer van fouten wordt. Dan moet je wel een paar dingen goed weten. Je moet in de eerste plaats weten wat hulp eigenlijk is. Je moet weten welke obstakels je tegen kunt komen als je probeert je problemen op te lossen. En je moet weten wat voor soort 'fouten' er in de hulpverlening kunnen voorkomen. Daar gaat dit boekje over.'
Het boekje is bedoeld als voorlichting voor de brede kring van 'consumenten' van instellingen op het gebied van de psychotherapie en de psychosociale hulpverlening. Daarom is het in gewone spreektaal geschreven en voorzien van voorbeelden uit de praktijk.
Guus van der Veer (1948) is psycholoog en als psychotherapeut verbonden aan het Instituut voor Medische Psychotherapie te Utrecht. Hij is lid van de redactie van Jeugd en Samenleving en publiceerde o.a. over de psychologie van de adolescentie en over persoonlijke problemen van jongeren.