Vlucht voor het noodlot
Simon Wiesenthal baseerde zijn roman Vlucht voor het noodlot op een authentieke geschiedenis, een meeslepend verhaal van jagers en gejaagden, joden en christenen, mensen en moordenaars.
Het is een roman én een getuigenis, indringend zonder de waarheid geweld aan te doen.
De geleerde Camillo Torres en zijn dochter Ruth trachten na hun deportatie uit Wenen het noodlot dat hen wacht in het door de Duitsers bezette Polen te ontlopen. Maar ze ontkomen niet in één keer aan de nazi's. Telkens opnieuw moeten ze ver- der trekken, op weg naar het beloofde land: Palestina. Camillo Torres zal zijn noodlot echter niet ontlopen.
De keuze van zijn hoofdpersoon maakt het Wiesenthal moge- lijk de ervaringen van de joden in Wenen in verband te brengen met de geschiedenis van de Spaanse joden tijdens de inquisitie. Telkens dringen zich parallellen op tussen de nazi-terreur in de- jaren 1938-1945 en andere perioden uit de geschiedenis waarin
joden dergelijke gruweldaden moesten ondergaan. Met de schildering van dit persoonlijke noodlot maakt Wiesenthal de joodse geschiedenis aanschouwelijk in haar volle om- vang en haar betekenis voor het heden en de toekomst. Wil men geschiedenis doen leven, dan moet men die begrijpelijk, 'menselijk'"maken. Daarin is Wiesenthal in Vlucht voor het noodlot uitstekend geslaagd.