Doodstil stond ik voor de dove man en beeldde voor de vijftigste keer het woord 'kat' uit. De letters stonden op papier en ik deed alsof ik een kat aaide.
Plotseling ging hij rechtop zitten. Zijn ogen werden groter, alsof hij bang was. Ik kon mijn enthousiasme bijna niet bedwingen. Hij begreep wat ik bedoelde! Zijn gezicht klaarde op. Hij sloeg met beide handen op tafel en wees naar allerlei dingen.
'Tafel', 'boek', 'klok', gebaarde ik. Toen werd hij lijkbleek en begon te huilen. Hij had begrepen wat taal was. Welkom in mijn wereld, Ildefonso.
Meer dan een kwart eeuw lang leefde Ildefonso, een Mexicaanse Indiaan, alleen in zijn eigen, stille wereld, volkomen afgesloten van de rest van de mensheid. Hij was niet dom of krankzinnig, hij was gewoon doof. En niemand had ooit de moeite genomen hem uit te leggen hoe mensen met elkaar spreken. Iedereen had hem aan zijn lot overgelaten.
Susan Schaller, een jonge doventolk, zag Ildefonso voor het eerst op een school voor doven. Hij zat alleen in een hoekje van de klas met zijn armen over elkaar. Hij zag er eenzaam en verloren uit en niemand bemoeide zich met hem. Susan wilde het isolement van Ildefonso doorbreken, maar ze kon nog niet vermoeden hoeveel doorzettingsvermogen, eindeloos geduld en moed daar uiteindelijk voor nodig zouden zijn.