Handreiking bij stervensbegeleiding
Dit boek gaat in op de problematiek waarmee ouders en allen die de zorg voor een ernstig ziek kind op zich nemen worden geconfronteerd. .
Voorop staat niet alleen het aanvaarden van het feit dat een kind dodelijk ziek is. Belangrijker is dat dit kind recht heeft op onze steun en liefde en dat wij het helpen de tijd van leven, voor zover zijn lichamelijke en geestelijke toestand dit toelaten, zo prettig mogelijk te laten verlopen.
De kinderen zijn bang van vader en moeder gescheiden te worden, bang voor lichamelijke pijn. Zij voelen in steeds sterkere mate de vervreemding van hun omgeving en beseffen soms haarscherp waar ze aan toe zijn. Deze factoren bedreigen het laatste geluk van het kind.
Dit boek doet een aantal methodes aan de hand om in deze geestelijke noodtoestand bij te springen. Op sobere wijze wordt het verdriet besproken, dat zowel de ouders als de arts en zijn helpers daarbij voelen. Behalve problemen van algemene aard worden ook specifieke problemen behandeld, zoals dié van het kind dat veel pijn lijdt en van het kind dat met zijn gezinsleden om zich heen vaak zeer ingrijpende medische ingrepen moet verdragen. Ook wordt uitvoerig ingegaan op de omstreden vraag of en zo ja hoe het kind over zijn toestand moet worden ingelicht.
Beschreven wordt in hoeverre hulpverlenende instanties ertoe kunnen bijdragen de gevoelens van eenzaamheid en hulpeloosheid van het kind en zijn gezinsleden te verlichten. Het zijn juist deze gevoelens die zo dikwijls geestelijke schade veroorzaken en dus ingrijpende gevolgen hebben.
Geschreven door en voor kinderartsen, psychologen, welzijnswerk(st)ers, ziekenhuispastores, verpleegsters en ouders.