Tegen alle verwachtingen in is het christendom in de twintigste eeuw niet gestorven. Het maakt een nieuwe opleving door, waarbij het sleutelwoord niet 'geloof' is, maar 'ervaring'. Geïnspireerd door vroegchristelijke (gnostische) teksten, door getuigenissen van middeleeuwse mystici, maar vooral door verschijnselen van deze tijd zoals bijnadoodervaringen en ontmoetingen met geestelijke wezens van verschillende aard, ontstaat een nieuw zoeken naar de werkelijkheid van het christendom. De wezenlijke vragen daarbij zijn: Wie was -of is - de grondlegger ervan, hij die traditioneel 'Jezus Christus' wordt genoemd? Wat betekenen de overleveringen rond zijn persoon, wat zijn ze waard? Wat is een betrouwbare we, tot Christus in deze tijd? En hoe verhoudt het christendom zich tot andere religies? Op deze en andere vragen rond het christendom zijn verrassende antwoorden te vinden in het werk van Rudolf Steiner (1861-1925). Steiner zag het als zijn levensopdracht de helderziende gave die hem was aangeboren, methodisch te ontwikkelen en als een instrument van wetenschappelijk onderzoek te gebruiken. Hieruit is een veelomvattende spirituek wetenschap van de mens en van de menselijke evolutie ontstaan, die tal van 'geloofswaarheden' uit het domein van mythe en religie ook voor het denkende inzicht toegankelijk maakt.
De volgende extensies worden ondersteund: png, jpeg, jpg, gif, txt, csv, pdf, doc, docx, rtf, xls, xlsx, ppt, pptx, odt, ods, eps.