Er zijn nog geen producten in jouw winkelwagen geplaatst.
Product toegevoegd aan jouw offerte. Ga naar de offerte pagina om jouw offerte aan te vragen, dan nemen wij zo spoedig mogelijk contact met je op.
De gevolgen van de relatie moeder-en-kind in het eerste levensjaar
Angst en geborgenheid zijn de twee polen van het menselijk bestaan. Voortdurend schommelt ons leven hiertussen heen en weer. Wat is daarvan de oorzaak? Waar ligt de bron van onze angst en van ons verlangen naar geborgenheid? Volgens Renggli ligt de oorsprong van later lijden in het eerste levensjaar en daarmee in de relatie van moeder tot kind. De moeder is zowel oorzaak van angst als bron van geborgenheid. Om deze stelling te bewijzen analyseert hij de cultuur van enkele zogenaamde natuurvolken met betrekking tot de relatie moeder-kind, en gaat hij de omgang na van moeder en kind bij de hogere diersoorten, vooral bij de apen. Renggli komt hierbij tot nieuwe, belangrijke conclusies:
-angsten bij het kleine kind zijn etnologisch bepaald;
-angsten kunnen worden toegeschreven aan bepaalde ontwikkelingsfasen van het kleine kind;
-de specifieke benadering van het kleine kind door zijn moeder in elke ontwikkelingsfase leidt tot een eigen karakterstructuur van de volwassene;
-de karakterstructuur van de volwassene bepaalt het karakter van een cultuur;
- elke cultuur is een poging de angsten te verwerken, die veroorzaakt zijn door een bepaalde relatie tussen moeder en kind in het eerste levensjaar.
Onze westerse cultuur is volgens de auteur bepaald door de vroegtijdige scheiding van moeder en kind. Bij andere culturen wordt het directe contact tussen moeder en kind veel langer volgehouden. Door het vroegtijdig contactverlies in onze westerse cultuur ontstaat dan angst, die men door de ontwikkeling van de verstandelijke capaciteiten tracht meester te worden.
Angst en het zoeken naar geborgenheid zullen blijven bestaan, maar met behulp van Renggli's analyse zijn ze concreter en toegankelijker geworden en daardoor beter te hanteren!
DR. FRANZ RENGGLI (1942) studeerde biologie in Bazel en volgde een opleiding voor psychoanalyticus in Freiburg. Sinds 1971 werkt hij als psychotherapeut aan een instituut voor psychotherapie voor kinderen en adolescenten in Bazel.