Het tweede deel van Emma Goldmans autobiografie loopt van 1912 tot 1928. Het belangrijkste gedeelte van het boek wordt gevormd door het verslag van haar verblijf in de Sovjetunie, waar ze zich vestigde na haar verbanning uit de Verenigde Staten (1920). Ze beschrijft hoe ze teleurgesteld werd in het regime aldaar en hoe ook 'in het land van de toekomst' de anarchisten bloedig werden vervolgd. De laatste keer dat de zwart-rode vlaggen in de straten van Moskou wapperen, is de dag dat Kropotkin begraven wordt. Enkele weken later (maart 1921) slaat Trotski's Rode Leger de opstand van arbeiders en matrozen in Kronstadt neer. Emma en haar levensgezel Alexander (Sasha) Berkman besluiten Rusland te verlaten. Ze gaan naar Berlijn. Later vertrekt Alexander naar Frankrijk en Emma naar Engeland, waar ze in artikelen felle kritiek uitoefent op de bolsjevisten.
In 1923 en 1924 verschijnen twee boeken, My desillusionment in Russia en My further desillusionment in Russia. In 1928 vestigt ze zich bij Berkman in het toen nog kleine vissersplaatsje Saint-Tropez om er haar levensverhaal te schrijven.
Haar autobiografie verscheen in 1931. Ze overleed in 1940.
De volgende extensies worden ondersteund: png, jpeg, jpg, gif, txt, csv, pdf, doc, docx, rtf, xls, xlsx, ppt, pptx, odt, ods, eps.