Levensverwachtingen en doodsoorzaken van nederlanders
We worden nog steeds ouder. Van de baby's die in 1990 werden geboren, mogen de meisjes verwachten 80 te worden, de jongens bijna 74. Hun overgrootouders, rond
1900 geboren, mochten rekenen op 53 respectievelijk 51 levensjaren. De levensverwachting is in de 20e eeuw sterk toegenomen dank zij het terugdringen van de kindersterfte en de infectieziekten. Lukte dat door comfortabeler huisvesting, betere voeding, schoner drinkwater en goede riolering? Of hebben we dat te danken aan de medische wetenschap en de farmaceutische industrie?
Met het verdwijnen van de infectieziekten zijn hart- en vaatziekten, gevolgd door kanker, de belangrijkste doodsoorzaken geworden. Hierover gaat dit boek. Ook komen de verschillen in sterfte tussen stads- en plattelandsbewoners en de huidige risico's voor rokers, drinkers en workaholics aan de orde. Door middel van grafieken zijn de resultaten van het moderne epidemiologische onderzoek helder en duidelijk weergegeven.
In een op de toekomst gericht laatste hoofdstuk komen de zin en onzin van ziektepreventie, de effecten van de vergrijzing, euthanasie en de noodzakelijkheid van keuzen in de steeds duurdere en meer mogelijkheden biedende gezondszorg aan de orde.