Nu het jaar 2000 nadert, begint dit magische jaartal de mensen in hun greep te krijgen. Waar komt de preoccupatie van de mensheid met de tijd en de tijdrekening vandaan?
Vanaf de eerst vastgelegde datum (4236 v. Chr.) hebben mensen geprobeerd hun leven in te delen naar de bewegingen van de zon, maan en sterren. Ze hebben het grotendeels mis gehad.
David Ewing Duncan neemt ons in De kalender mee op een buitengewone reis langs de menselijke pogingen de tijd te vangen. Zijn zoektocht begint met een paar kerfjes in een adelaarsbot van 13.000 jaar geleden en voert langs Stonehenge, de astronomisch uitgemeten piramides van Gizeh, en de Maya-observatoria van Chichén Itzá. Tenslotte arriveert hij bij de atoomklok in Washington; de officiële tijdmeting van de wereld sinds de jaren zestig.
Ons hedendaagse kalendersysteem is ouder dan de ontdekking van de telescoop, de mechanische klok en het begrip nul. De ontwikkeling ervan is een van de grote, nooit vertelde, geschiedenissen van de wetenschap; in De kalender komen dan ook grote wetenschappers als Bacon, Galileo en Copernicus aan het woord.
De volgende extensies worden ondersteund: png, jpeg, jpg, gif, txt, csv, pdf, doc, docx, rtf, xls, xlsx, ppt, pptx, odt, ods, eps.