kapitein rob 13
Om het goud van Midian
Rob, die het jacht Midian moet wegbrengen, raakt verwikkeld in een strijd om goud in Arabië. Met het motorschip vaart hij van Amsterdam via de Golf van Biscaje, Tanger, Port Said, de Rode Zee, Straat Bab-el-Mandeb, het eiland Sokotra, de Golf van Oman, de Straat van Ormoes en de Perzische Golf naar een binnenzee, waar hij in het paleis van Midian (Arabia Felix) belandt. Rob verlaat het paleis, keert terug en vliegt naar Aden. Gezond en wel reist hij naar Terschelling terug. (Arabia Felix lag inderdaad
in Z.-Arabië, maar wel meer naar het westen.
De stranding van de Atlantide
Rob woont met zijn vrouw Paula en zoontje Robbie aan boord van de tjalk in de haven van W- Terschelling. Ontvoerd door een geheime politieke groepering gaat hij met de Atlantide naar het N. en later N.N.W., vaart tussen de Orkney- en Shetland-eilanden door en reist naar het Z. langs de twintigste breedtegraad. Via Rio de Janeiro, Kaap Hoorn en de Stille Oceaan komt hij op het eiland To-ma-hei (9.41 N.B. en 176.03 O.L.). Gelukkig weet Rob van dit eiland te ontsnappen en bereikt na een lange reis Terschelling.
De goudschat van de sheik
In Amsterdam ontmoet Rob zijn vriend Terwinde, die ten onrechte van navigatiefouten wordt beschuldigd. Om dit recht te zetten gaan zij per vliegtuig naar Durban (Z-Afrika) en dan met het jacht Laura naar de Comorenarchipel, waar de scheepsramp had plaats gevonden. Terwinde blijft achter, maar Rob zeilt naar Durban terug.