Er zijn nog geen producten in jouw winkelwagen geplaatst.
Product toegevoegd aan jouw offerte. Ga naar de offerte pagina om jouw offerte aan te vragen, dan nemen wij zo spoedig mogelijk contact met je op.
Eenheid in de chaos der kerken
Eenheid in de chaos der kerken / Dr. W.F. Golterman. Volksuniversiteitsbibliotheek, tweede reeks, no.68. Erven F. Bohn, Haarlem, 1962; 207 bladzijden. Een boek over de oecumenische beweging richt zich tot mensen, wier blik in een tijdsverloop van een halve eeuw ontzaglijk is verwijd. Hoe provinciaals was het denken voor de eerste wereldoorlog, zowel over kerkelijke als politieke en sociale vraagstukten! De westerse mensheid heeft in korte tijd mondiaal moeten leren denken en het ingeschapen superioriteitsgevoel t.a.v. de gekleurde rassen moeten leren opgeven. Gemakkelijk is het niet, opnieuw haar plaats te bepalen en men voelt zich bedreigd door de zo snel verlopende veranderingen in de structuur der maatschappij en van de samenleving van volkeren en rassen. Wij kunnen de oorzaken daarvan hier niet nagaan. Waar zoekt en vindt zij steun en kracht? Hoe groot het verlies aan invloed en gezag der kerken ook moge zijn, onbewust verwachten velen toch van haar, dat zij een deugdelijke grondslag voor leven en samenleven zullen kunnen bieden, die veiligheid en geborgenheid betekent. Dan echter volgt veelal de teleurstelling over de chaos in de onderlinge verhoudingen der kerken. Zij zullen geen vaste grondslag vormen zolang de verdeeldheid overheerst. Hebben zij de uitdaging begrepen en aanvaard? De twintigste eeuw wordt kerkhistorisch gekenmerkt door een streven van kerken om de eenheid, welke in de Heer Jezus Christus gegeven is, op aarde zichtbaar te realiseren. Dit streven draagt de naam van oecumenische beweging. Hoewel het verschillende gestalten in diverse groepen van kerken heeft aangenomen, is de Wereldraad van Kerken het concrete orgaan, waaraan sedert de assemblee van New Delhi de meeste kerken deelnemen. Ook de enkele kerken die geen lid van deze raad geworden zijn, gaan allerminst daaraan voorbij. Dit boek geeft in het eerste deel een beschrijving van het wezen en de arbeid van genoemde raad vooral gedurende de periode tussen de tweede en de derde assemblee en het sluit aan op mijn in 1956 gepubliceerd werk: Eén Heer, één Kerk. Het tweede deel beschrijft wat iedere confessie als bijdrage tot het gezamenlijke gesprek heeft te leveren en hoe de verhoudingen der kerken onderling liggen.