sleutelen aan genen : wat kan, wat mag, wat moet
Er bestaat een groeiende belangstelling voor vragen rondom de erfelijkheid. Reden waarom het dagelijks bestuur van het Nederlands Gesprek Centrum in 1970 een commissie instelde, die zich moest gaan bezighouden met eugenetische vraagstukken. Niet alleen in de sciencefictionlectuur, maar ook - veel aarzelender - in wetenschappelijke publicaties duikt de vraag op, of door ingrepen in de genenstructuur de mens kan worden 'veranderd' en zo ja, of dit moreel gerechtvaardigd is of door de verworven kennis zelfs opdracht wordt. Daarnaast is er een duidelijke behoef- te aan meer voorlichting, niet alleen bij leken maar ook bij artsen, die regelmatig geconfronteerd worden met al of niet terecht verontruste patiënten, die met de vraag rondlopen of voor hen (verdere) voortplanting wel verantwoord is.
Erfelijkheid is een momentopname in een verbijsterend snelle ontwikkeling. Wil men met enige vrucht kennisnemen van de resultaten van het intensieve wetenschappelijke onderzoek en de daarop gebaseerde creativiteit van eugenetici over de gehele wereld, dan is deze publicatie daartoe een goede inleiding. Zij nodigt bovendien uit tot voortgaand gesprek over wat kan, wat mag, wat moet.