Shanna
Shanna, de beeldschone en temperamentvolle dochter van een Caribische grootgrondbezitter, wordt door haar strenge, zeer autoritaire vader voor een moeilijke keus gesteld: vóór haar eenentwintigste zal zij getrouwd zijn, òf hij kiest zelf een echtgenoot voor haar. Ten einde raad reist Shanna naar Engeland, naar Londen, om een man te zoeken.
Zij vindt die in Ruark Beauchamp, een terdoodveroordeelde, die in de gevangenis op de voltrekking van het - ten onrechte - over hem uitgesproken doodvonnis wacht. Ruark stemt toe in een schijnhuwelijk met Shanna, waardoor hij, naar de Engelse wet, zijn lot kan ontgaan, en Shanna aan de uitdrukkelijke eis van haar vader, althans op papier, zal hebben voldaan.
Voorwaarde is echter dat zij één nacht met hem zal doorbrengen! Het huwelijk wordt inderdaad voltrokken, maar voordat Ruark de genoegens van de huwelijksnacht kan smaken worden zij van elkaar gescheiden.
Enige tijd later verschijnt Ralston, de opzichter van Shanna's vaders plantages, in Engeland, met de opdracht om gevangenen vrij te kopen, die als slaven op de plantages kunnen werken. Shanna reist met hem terug naar het exotische paradijs in West-Indië, waar haar vader de scepter zwaait.
Met geen mogelijkheid kan zij vermoeden dat onder de slaven die onder in het schip zijn opgesloten zich ook haar echtgenoot, Ruark Beauchamp, bevindt. Na aankomst op haar vaders eiland wordt Shanna dan ook geconfronteerd met turbulente ontwikkelingen.