Is geestelijk leven nog mogelijk in een wereld, die steeds voller en welvarender wordt? In een tijd, die alles verwacht van wetenschap en techniek? In mensen, voor wiè de kennis van God tot een probleem is geworden?
Veel zielszorgers voelen zich door deze problemen sterk verontrust. Is geestelijk leven dus een uitstervende aangelegenheid, die niet meer past bij het moderne levensgevoel, of zal de mens ondanks al les weer nieuwe vormen van geestel ij k leven tot ontwikkeling brengen - eenvoudig omdat hij een geestelijk wezen is-ï En welke rol zal de kerk daarbij hebben te spelen?
Dit zijn de vragen, die in dit boek aan de orde worden gesteld. Vragen die overigens slechts tot hun recht kunnen komen in een historisch perspectief.
Daarom is de mogelijkheid van geestelijk leven nu geprojecteerd tegen de boeiende ontwikkelingen van het geestelijk leven in vroeger eeuwen.
Hoewel deze studie, zich tot de christelijke spiritualiteit beperken moest, zijn de wijdere samenhangen niet geheel achterwege gelaten.