W.Bronzwaer is geboren in 1936 te Heerlen. Hij studeerde Engelse taal- en letterkunde aan de Universiteit Nijmegen, waar hij thans werkzaam is als wetenschappelijk medewerker bij het Engels-Amerikaans Instituut. Hij publiceerde in verschillende tijdschriften en verzorgde van 1963 tot 1968 de rubriek 'Engelse en Amerikaanse letteren' in het dagblad De Tijd. De opstellen in deze bundel houden zich bezig met de Engelse en Amerikaanse literatuur van onze eeuw, in het bijzonder van de naoorlogse periode. De belangstelling van de auteur richt zich daarbij primair op de wisselwerking tussen maatschappelijke en historische feitelijkheden enerzijds en de behandelde literaire werken anderzijds. Hij ziet de literatuur niet als een autarkisch spel met gesloten vormen, maar als een terrein waarop de menselijke geest zich met de realiteiten van zijn bestaan confronteert. Elke literair-kritische orthodoxie is deze opstellen dan ook vreemd. Zoals de titel van dit boek al suggereert, probeert de auteur bepaalde verworvenheden van de 'nieuwe kritiek' te integreren in een literatuurbeschouwing die de literatuur weer als een imitatie van levenswerkelijkheden ziet. Slechts zó benaderen wij de literatuur met de ernst en de aandacht waar zij recht op heeft, en kunnen wij de volle omvang van haar betekenis overzien.