Caius Caesar Augustus Germanicus werd als kind liefdevol Caligula (soldatenlaarsje) genoemd. Onder die naam bleef hij bekend, ook nadat hij op vierentwintigjarige
leeftijd keizer van Rome werd en zich al snel minder geliefd maakte. Tijdens de korte periode van zijn keizerschap (37-41) kreeg hij de reputatie wreed, pervers en spilziek te zijn. Nadat hij was vermoord, deden er steeds meer bizarre verhalen over hem de ronde: Hij zou de liefde hebben bedreven met onder anderen zijn zusters en een zwager, wilde zijn paard tot consul benoemen, deed zich voor als god. voerde oorlog tegen de zee, vermoordde welgestelden om zich hun vermogen toe te eigenen. De verhalen zijn voor een deel op roddel gebaseerd, maar haalden toch de geschiedenisboeken. Cassius Dio (ca.163-235) beschrijft ze
wanneer hij in zijn Geschiedenis van Rome. het leven van Caligula behandelt. Die passages zijn in deze uitgave
verzameld. Een vertaling van een grotere selectie uit het volledige geschiedwerk is in voorbereiding.