Vriendschap voor een vreemde
'Ik ben buddy geworden uit solidariteit. Maar het had ook te maken met nieuwsgierigheid en eigen angst voor de dood. Door je zo intensief bezig te houden met mensen die aids hebben, verliest de dood dat afschrikwekkende. Anderen willen
je soms bijna heilig verklaren als je dit werk doet. Omdat jij degene bent die in de frontlinie werkt. Maar ze vergeten dat het me ook veel oplevert. Ik heb geleerd dat de kwaliteit van het leven vaak
in hele kleine dingen zit.' Aldus een buddy in 1990.
De Schorerstichting startte vijftien jaar geleden in Amsterdam een buddyproject voor homoseksuele mannen met aids.Tientallen vrijwilligers meldden zich aan om steunpilaar te zijn voor de slachtoffers van een onbekende en vreselijke ziekte. Vooral homomannen wierpen zich op, later gevolgd door anderen. Binnen enkele jaren ontstond een landelijk netwerk van buddyprojecten. De formule bleek goud waard. De buddy bood een nieuwe combinatie van afstandelijkheid en betrokkenheid. Afstandelijker dan familie en vrienden, en daardoor beter in staat emoties rond een sterfbed te hanteren. Maar bef roktiener dan de professionele hulpverlening, en daardoor meer een vriend dan een hulpverlener.
Inmiddels heeft de buddy- of maatjesformule zich verbreid naar tal van andere doelgroepen, zoals mensen met psychiatrische problemen, daklozen en asielzoekers. De grote winst is het gehalte aan medemenselijkheid, de gelijkwaardigheid en het wederzijdse respect.
De buddyprojecten staan nu op een tweesprong. De gidsepidemie verschuift naar allochtonen en andere kansarme groepen. Ook vragen kankerpatiënten en mensen met andere ziektes om buddyondersteuning. Zijn de projecten in staat deze nieuwe uitdagingen aan te gaan? De buddyzorg kan bijdragen aan een eigentijdse invulling van de zorgzame samenleving.
vijftien jaar buddyzorg aan mensen met hiv en aids